“Ik werk eens in de week als vrijwilliger mee in de keuken van Van Tuin tot Bord, in Wijkcentrum de Schakel. Afgelopen januari ben ik begonnen. Eerst kwam ik als gast. Ik ben al 38 jaar vegetariër en het is leuk om nieuwe vegetarische recepten te proeven en te leren maken. Ik hou van koken en vond het een spannend idee om mee te gaan koken.
Nieuwe dingen leren
Op maandag krijgen we het menu al gemaild van onze kok, John. De taken worden verdeeld en we doen elke week iets anders, van groente snijden tot toetjes maken. Die afwisseling is fijn. Daardoor leer je ook nieuwe dingen en doe je nieuwe ideeën op. Soms vraag ik ook advies aan John. Ik vind het heel leuk om te zien hoe hij samen met het kookteam voor gemiddeld 40-50 mensen met een snufje van dit en een snufje van dat, iedere keer weer heerlijk weet te koken.
Alles blinkt weer
Ik heb een chronische aandoening waardoor ik mijn grenzen goed in de gaten moet houden. Omdat het zo leuk is neem je de vermoeidheid ’s avonds soms op de koop toe. Ik eet daarom in de keuken. We hebben hier ook een student ergotherapie en een student voeding die ons tips geven. Bijvoorbeeld met de afwasmachine inruimen. Eerst bukte ik steeds en kreeg ik pijn in mijn onderrug. Nu weet ik hoe ik dat kan voorkomen. Vooral na het eten ligt er veel werk: schoonmaken, vegen, afwassen. Dat doen we samen en aan het eind denk ik altijd: je zou niet zeggen dat hier voor 50 man is gekookt. Zo blinkt alles weer.
Honkbal met courgette
Vooral de lol en het plezier in de keuken vind ik erg leuk. We lachen veel en soms staan we te zingen en te dansen. John is heel belangrijk voor de goede sfeer, iedereen voelt zich hier op z’n gemak. Hij doet ook gekke dingen. Dan is er een hele grote courgette uit de moestuin gekomen en doet hij alsof het een honkbalknuppel is, of een baby. Hier koken is dankbaar. Na het eten krijgen we altijd een applaus van de gasten. Dat is leuk, daar doe je het voor. De mensen die hier komen eten waarderen wat je doet. Omdat er veel vaste gasten zijn leer je elkaar kennen. Als ik een keer niet ben geweest hoor ik de keer daarna: “Waar was je?!”